“Sportoriëntatie is een manier van sporten op school voor mensen met een beperking. Wij dus.” Jesse (17 jaar) vertelt het met humor. “We doen squash…” “Ik ga dit even aanvullen”, zegt Chris (16 jaar). “Bowlen, voetbal, fitness, mountainbiken, boksen en nog wel meer.”
De stemming zit er goed in bij Jesse en Chris. Ze maken grappen, nemen zichzelf en elkaar in de maling en vullen elkaar aan. “Weet je nog dat je hebt paardgereden?”, vraagt vakleerkracht bewegen en sport Jeroen Leenders. “Ja, dat vond ik heel spannend, want ik ben bang om te vallen”, vertelt Chris. “Toch wou ik het proberen. Ik heb eerst bij andere leerlingen gekeken en ik mocht mijn eigen paard uitkiezen. Het ging goed en na afloop was ik trots, blij en opgelucht.”
“Ik ben niet snel bang”, vertelt Jesse, maar ik kan niet meer alles omdat ik een hersenbloeding heb gehad. Dat wil ik even vertellen. Veel sporten vind ik leuk, maar ik heb een voorkeur voor badminton. De shuttle is geel, dan zie ik hem beter aankomen. Ik heb daar flink op getraind en kan het best goed.”
Drempel verlagen
Jeroen en zijn collega Sabine Bouwman geven allebei zowel ‘gewone’ gymles als sportoriëntatie voor VSO-leerlingen in de bovenbouw. In 20 weken probeer je verschillende sporten uit en ontdek je waar je interesses liggen en waar je goed in bent. Jeroen: “Wij hopen dat zowel voor leerlingen als ouders de drempel om een vereniging binnen te stappen lager wordt. Misschien ken je voetbal omdat je vader of zusje dat doet, maar wat als dat je sport niet is? Hoe ziet jouw bewegende leven en vrije tijd eruit als je van school af bent?”
“Daarom volgen we bij voorkeur sportlessen buiten de school. Een clinic op school blijft toch een soort veredelde gymles. Buiten school leer je hoe je de sportschool binnenstapt, je inschrijft voor een groepsles, waar je je omkleedt, hoe je een leuk programma samenstelt. We doen het eerst samen, maar na een paar weken zeggen we: vul nu eens een kwartier met je eigen training. In de sportschool loopt een instructeur, spreek die maar aan om tips te vragen. Dat kan even lastig zijn, maar ja, de meeste oudere VSO-jongens willen toch ook aan die summerbody werken”, knipoogt Jeroen.
Mountainbike en duofiets
Een andere populaire sport is mountainbiken. “Dat is waar ook”, herinnert Jesse zich. “Ik zei ‘ik kan het niet, maar ik wil het wel doen’.” Jeroen hield het stuur in het midden vast voor de balans en samen maakten ze een rondje rond de school. “Ik wou het nog eens proberen”, vertelt Jesse. “En je vond het heel leuk en wou het nog eens doen”, vult Jeroen aan. Alle leerlingen zijn gaan fietsen. De helft op de mountainbike mee het bos in met Jeroen. Maar liefst 19 kilometer stond er op de teller toen ze nat terugkwamen. “Aan het einde van de dijk zijn we door het water gefietst. De week erna stond een andere sport op het programma, maar iedereen wou zo graag nog eens mountainbiken dat we dat weer zijn gaan doen.”
De andere helft is onder leiding van Sabine op pad gegaan met duofietsen. Vrijwilligers van Fietsmaatjes sprongen bij. Jesse: “Dat vond ik best leuk, ik kon goed met de vrijwilliger opschieten. En ik probeerde echt mee te doen met fietsen, dus niet zoals ik doe wanneer ik bij mijn vader op de tandem zit”, lacht Jesse met een twinkeling in zijn ogen. “Na afloop schrijf ik het in mijn agenda, zodat ze thuis ook weten wat Jesse allemaal heeft gedaan.”
Bowlen en bitterballen
Op het schoolplein laten Chris en Jesse hun kunsten zien. Chris zet meteen de vaart erin, binnen een mum van tijd heeft hij zijn helm op en verdwijnt tussen de bamboestruiken. Even later komt hij weer tevoorschijn. Hartstikke leuk, maar hij vindt het ook tijd om af te ronden, want hij wil op tijd terug in de klas zijn om aan zijn doelenboek te werken.
Richting de zomer ligt het accent bij sportoriëntatie op buiten en recreactief bewegen. Jeroen: “We doen campingspelen zoals frisbee, discgolf, glow in the dark midgetgolf en cornhole, waar je een zakje mais door een gat in een plank gooit. En de laatste keer is bowlen. En bij bowlen hoort bitterballen, dus die bestellen we dan natuurlijk altijd!”